Selecteer een pagina

De casus

Onzekerheid en de impact van de handelsoorlog drukken de economische groei in Nederland. Daar komt een kabinetsval bovenop. De Nederlandsche Bank vreest dat consumenten, bedrijven en overheid door die onzekere tijden minder zullen uitgeven.

De onzekerheid en handelsspanningen beperken de economische groei de komende twee jaar, schrijft De Nederlandsche Bank (DNB) in de raming die de toezichthouder twee keer per jaar uitvoert. Dit jaar zal de economische groei op 1,1 procent uitkomen en de komende twee jaar blijft dat ongeveer 1 procent.

“Het is onzekerheid troef in de voorspellingen”, vertelt directeur monetaire zaken Olaf Sleijpen van DNB. Daarom hield DNB voor het eerst sinds de coronapandemie rekening met verschillende scenario’s voor de ramingen.

In het somberste scenario kan de groei terugvallen tot bijna 0. In dit scenario zou de handelsoorlog escaleren en zouden landen hogere heffingen invoeren. DNB hield hier rekening met een Amerikaans tarief van 20 procent voor de EU.

De handelsoorlog zit de uitvoer naar het buitenland in de weg. Bovendien geven bedrijven vanwege de onzekerheid zo min mogelijk uit. Daar staan de uitgaven van particulieren en de overheid tegenover. Die zorgen ervoor dat de economie nog wel groeit.

De consumptie-uitgaven van particulieren blijven toenemen, omdat het gemiddelde netto inkomen blijft toenemen. Consumenten houden meer geld over als het netto inkomen sterker stijgt dan de prijzen. Dat blijft zo tot en met 2027, verwacht de toezichthouder.

Onzekerheid als grootste risico

Onzekerheid is het grootste risico voor de particuliere consumptie. “Dit kan door heel veel dingen worden veroorzaakt”, legt Sleijpen uit. Hij noemt geopolitieke ontwikkelingen zoals handelstarieven. “Die zijn slecht voor investeringen, dus slecht voor de groei en uiteindelijk slecht voor de portemonnee van mensen.”

De kleinere economische groei is ook een risico voor de overheid. De uitgaven, zoals die aan zorg en sociale zekerheid, blijven stijgen. Maar kleinere economische groei betekent minder belastinginkomsten. Het kabinet heeft dan minder geld om uit te geven, dus is het kwetsbaarder voor onverwachte tegenvallers.

De inflatie daalt volgens de verwachtingen, maar blijft in vergelijking met de rest van de eurozone relatief hoog. Zowel door een stijging als een daling kunnen risico’s ontstaan. De impact van het wegvallen van de huurbevriezing is niet meegenomen, maar de inflatie zal hierdoor “licht hoger” uitkomen. In vergelijking met de vorige raming is DNB iets geruster dat de inflatie zal terugzakken naar de gewenste 2 procent.

‘Impact kabinetsval niet overdrijven’

DNB heeft de impact van de kabinetsval niet mee kunnen nemen, omdat de raming al op 14 mei tot stand kwam. Hoe groot gaat de impact zijn?

Sleijpen moet lachen om die vraag. “Zoiets is vaker gebeurd. In de vijf jaar dat ik dit doe, was er elk jaar wel wat.” Behalve de coronacrisis noemt hij de Russische inval in Oekraïne, waardoor de energieprijzen sterk stegen.

“De impact moeten we niet overdrijven. Dat het kabinet is gevallen, en dat bijvoorbeeld het voorstel om huren te bevriezen is ingetrokken, gaat zeker impact hebben. Maar ik denk dat de onzekerheid rondom de geopolitieke ontwikkelingen een veel grotere impact gaat hebben.”

Om te zorgen dat de economie schokken kan opvangen, moeten knelpunten worden weggenomen. DNB noemt netcongestie, het stikstofprobleem en de aanhoudende krapte op de woningmarkt. Weinig huishoudens kunnen bijvoorbeeld een gemiddeld koophuis betalen. Voor starters is de situatie problematisch.

Simpele maatregelen zoals meer kunnen lenen zouden averechts werken, schrijft DNB. “Er is een brede hervorming nodig van de woningmarkt.”